De Tervuerense
Alle langharige honden werden op de tentoonstellingen (van 1892 tot 1899) in één klasse gekeurd, ongeacht hun kleur. In 1899 kwam daar op gezag van "de Club du Chien de Berger Belge" verandering in en zo ontstond voor de langharigen de eis dat deze zwart van kleur (Groenedaeler) moesten zijn. Veel fokkers van 'anderskleurige langharen' waren het hier niet mee eens en richten de "berger Belge Club" op en zo hun eigen stamboom op na hielden. Van de anderskleurigen waren de leeuwkleurigen (Tervuerense) het opvallendst en deze trokken dan ook de meeste belangstelling.
In het plaatsje Tervueren woonde de heer Corbeel, die twee roodbruine langharige herdershonden bezat met de opvallende namen Tom en Poes. Uit deze beide honden stamt de roodbruine en donkergevlamde teef Miss. Deze teef werd met de zwarte Duc de Groenendael gepaard. Uit deze combinatie kwam de leeuwkleurige Milsart, die het prototype van de Tervuerense herdershond was. Het blijkt dus dat verschillende types belgen vaker
gekruist zijn met elkaar om tot de rasstanda ard te komen en het kwam dan ook (en komt nog steeds) regelmatig voor dat in een nest Tervuerense herders Groenedaelers lagen en omgekeerd.